Verkoper heeft op 25 juni 1999 percelen grond verkocht aan koper. Art. 13 van de koopovereenkomst bepaalde dat de koopovereenkomst zou worden ontbonden als op 9 februari 2000 geen bouwvergunning zou zijn ontvangen door de koper voor ‘minimaal 6 woningen tweekappers’. Op 1 februari 2000 heeft koper medegedeeld aan de verkoper dat zij, ondanks het feit dat zij op 9 februari 2000 waarschijnlijk nog geen bouwvergunning zou hebben ontvangen, geen beroep wenste te doen op de ontbindende voorwaarde van art. 13. Daarop deed de verkoper echter van zijn kant een beroep op die voorwaarde omdat op 9 februari 2000 geen bouwvergunning was verleend.
De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft bij vonnis van 22 juni 2001 de vordering van koper toegewezen tot levering van de percelen die verkoper aan haar had verkocht. Hierbij verwierp de rechtbank het verweer van verkoper dat hij met recht een beroep had gedaan op de in de koopovereenkomst tussen partijen opgenomen ontbindende voorwaarde. Het hof heeft in het door verkoper tegen dit vonnis ingestelde hoger beroep bij arrest van 15 juli 2003 het vonnis (met een kleine, thans niet ter zake doende wijziging) bekrachtigd.
Verkoper vordert opnieuw herroeping van voornoemd vonnis en arrest en doet een beroep op "bedrog".
Nieuwsgierig naar de afloop? Stuur mij een mail en ik stuur u de integrale tekst van de uitspraak van het Hof toe.
