Het Hof verduidelijkt in het Roanne-arrest dat ‘private’ werken onder omstandigheden kunnen vallen binnen de reikwijdte van het begrip ‘overheidsopdracht voor de uitvoering van werken’. Doorslaggevend is de mate waarin de aanbestedende dienst eisen heeft gesteld aan de te realiseren werken. In deze bijdrage bespreekt mr. E.K.S. Mollen dit arrest.
In dit arrest komen drie vragen aan de orde, waarvan de interessantste is de vraag of opdrachten tot het uitvoeren van werken die voor derden zijn bestemd ook vallen onder het begrip ‘overheidsopdracht voor de uitvoering van werken’. De tweede vraag die het Hof behandelt is de wijze waarop de waarde van een opdracht dient te worden berekend in verband met de in artikel 6 van de Richtlijn werken gestelde drempel. De derde en laatste vraag betreft de (on)mogelijkheid van een uitzondering op de aanbestedingsplicht wanneer een opdracht tot het uitvoeren van werken wordt verleend aan een andere aanbestedende dienst.
Bron: NTER 2007-6, p. 99
